Aanleg WarmtelinQ wordt half miljard euro duurder door gestegen materiaalkosten
In dit artikel:
De WarmtelinQ-pijplijn, die restwarmte vanuit de Rotterdamse haven levert voor de verwarming van circa 120.000 woningen in de regio, is ongeveer een half miljard euro duurder geworden dan oorspronkelijk gepland. Minister Sophie Hermans (VVD) bevestigt dat de totale kosten nu meer dan 1 miljard euro bedragen, een aanzienlijke stijging ten opzichte van de eerdere raming van circa 650 miljoen euro. De prijsstijging wordt vooral veroorzaakt door het complexe tracé tussen Rijswijk en Leiden, krapte op de aannemersmarkt, inflatie, hogere loonkosten en materiaalkosten, en uitdagingen bij het verkrijgen van vergunningen.
Gasunie, de uitvoerende partij, heeft inmiddels een aanvullend subsidieverzoek van ongeveer 500 miljoen euro ingediend, waarover gesprekken met het kabinet en de provincie Zuid-Holland, die zelf 81 miljoen euro investeerde, gaande zijn. De urgentie van het project wordt benadrukt door de uitfasering van de Uniper-centrale in Leiden in 2028, waar nu 26.000 woningen op stadswarmte zijn aangesloten. Zonder WarmtelinQ moet Leiden op een elektrisch alternatief overstappen, wat problemen veroorzaakt door een overbelast elektriciteitsnet en gebrek aan ruimte voor noodzakelijke infrastructuur.
De gemeente Leiden volgt de situatie nauwgezet en benadrukt dat het uitblijven van WarmtelinQ de haalbaarheid van de warmtetransitie in de stad ernstig bedreigt. Een uitgebreider gemeentelijk standpunt volgt binnenkort. Zowel ministerie als WarmtelinQ noemen de extra kostenstijging "in de lijn der verwachting" en werken aan een nauwkeurige vaststelling van de cijfers om daarna transparant te communiceren.