Badr heeft veel geld in zijn onderbroek: 'Indruk maken op de meisjes'

zaterdag, 20 september 2025 (08:46) - Omroep West

In dit artikel:

In Den Haag verscheen de 27-jarige "Badr" (fictieve naam) voor de politierechter nadat hij in Voorburg was aangehouden wegens hard rijden. Bij de controle sprong zijn bijrijder uit de auto en vluchtte; onderweg gooide die een nepvuurwapen en een taser weg. In de auto rook de politie ook hennep.

Op het politiebureau moest Badr zijn broek uittrekken en viel er een stapel contant geld uit zijn onderbroek: 39 biljetten van €50, twee van €100 en één van €500 — totaal €2.685. Hij verklaarde dat het geld van zijn broer was, die €3.900 had gepind en hem een deel zou hebben uitgeleend; later e-mailde de broer een korte bevestiging. Badr zei dat hij geld gebruikte om indruk te maken tijdens uitgaan en dat hij enkele biljetten in de club had gewisseld of uit Duitsland had gehaald.

Het Openbaar Ministerie hield vast aan witwassen: iemand die zulke grote bedragen verstopt bij zich heeft, wekt volgens hen terecht verdenking. Factoren die het OM benoemde waren onder meer de vlucht van de bijrijder, het gevonden neppistool en taser, de henneplucht, een eerdere controle vier dagen eerder waarbij Badr ook al €2.000 bij zich had, en het feit dat in zijn auto een Blue Eye zat — een duur apparaat dat waarschuwt voor politiecontroles. De officier wees ook op het onwaarschijnlijke karakter van de aanwezigheid van biljetten van €100 en €500 bij een pintransactie in Nederland.

De verdediging vroeg vrijspraak en teruggave van het geld. Advocaat en verdachte gaven aan dat relevantere bewijs (zoals transactiegegevens op de telefoon) bij de politie bleef en niet op de beslaglijst stond, waardoor Badr zijn verklaring lastig kon staven. De advocaat beargumenteerde dat de verklaring van de broer onderzocht had kunnen worden en dat losse aanwijzingen (hennepgeur, het blauwe apparaat, onlogische feiten) geen wettig en overtuigend bewijs vormen.

De rechter oordeelde dat Badr een zo onwaarschijnlijk verhaal moest hebben dat het OM kon onderzoeken; de korte, late verklaringen van de broer waren volgens haar te mager en te laat ingediend. Ze sloot het onderzoek en verklaarde het witwassen bewezen. Op basis van de eis van de officier legde ze een werkstraf van vijftig uur op. Direct na de uitspraak verlieten Badr en zijn raadsman de zaal; zij kondigden hoger beroep aan. De naam in de berichtgeving is gefingeerd.