Belasting in stad gaat flink omhoog, politiek geschrokken: 'Het moet'

In dit artikel:

In Alphen aan den Rijn wil het college de gemeentelijke onroerendezaakbelasting (OZB) vanaf volgend jaar niet met de eerder geplande 20 maar met 30 procent verhogen. Wethouder Gert van den Ham (Financiën) lichtte de maatregel toe als noodzakelijke stap om gaten in de gemeentelijke begroting te dichten; volgens hem komt dat neer op ongeveer tien euro extra per maand voor een koopwoning met een WOZ-waarde van 400.000 euro. Zonder die extra inkomsten waarschuwt het college dat voorzieningen zoals zwembaden en bibliotheken mogelijk moeten sluiten of sterk in openingstijden teruggedrongen worden.

De aankondiging, gedaan afgelopen dinsdag, stuitte op veel kritiek in de gemeenteraad. Raadsleden noemden de voorgenomen 30 procent verhoging schokkend en te zwaar voor huishoudens. Filine Verloop (Forum voor Democratie) noemt het een flinke aanslag op huishoudbudgetten, zeker in combinatie met andere gemeentelijke tariefstijgingen. VVD’er Jeroen Matthijssen zei verrast te zijn omdat zijn partij in het college nooit met zulke ingrijpende verhogingen heeft ingestemd.

Coalitiepartij Nieuw Elan, vertegenwoordigd door Frans Langerak, wil eerst naar bezuinigingsmogelijkheden kijken en vindt 30 procent zonder nadere uitleg in principe te hoog; de partij accepteerde wel een eerdere 20 procent verhoging. GroenLinks-fractievoorzitter José Huls betreurt dat een flinke eenmalige sprong nodig lijkt en had een geleidelijke opbouw liever gezien, maar wijst ook op eerdere raadsbesluiten die tegen stapsgewijze verhogingen waren. In het coalitieakkoord uit 2022 is vastgelegd dat een OZB-verhoging echt een laatste redmiddel moet zijn.

Het is aan de gemeenteraad om begin november definitief te beslissen of de OZB met 30 procent wordt verhoogd. Voor inwoners betekent dit voorstel een directe lastenverzwaring, terwijl de gemeente het middel ziet als manier om essentiële lokale voorzieningen te behouden.