De Delftse wurgmoord: hoe hield één man een hele stad in zijn greep?
In dit artikel:
Komende maandag is het precies 55 jaar geleden dat in Delft de zogenaamde “Delftse wurgmoord” plaatsvond: op 24 november 1970 werd de 21‑jarige Ada Lansbergen in haar flat aan de Papsouwselaan in de wijk Poptahof gewurgd. Haar pasgetrouwde echtgenoot Arnoud trof haar dood aan; aanvankelijk werd gedacht aan een roofmoord omdat honderd gulden ontbrak.
Twee dagen later nam iemand contact op met de politie: hij noemde zich “Mr. X”, beschikte over details die alleen de dader kon kennen en stuurde zelfs zelfgetekende plattegrondjes van Ada’s slaapkamer naar de krant om zijn schuld te bewijzen. Hij verklaarde dat hij per vergissing de verkeerde verdieping had genomen en daarbij een andere vrouw, de echtgenote van een rechercheur die een etage lager woonde, als doelwit had bedoeld. Mr. X eiste ook losgeld van 20.000 gulden — zogenaamd om aan de familie Lansbergen te geven als ‘spijtbetuiging’ — en zocht voortdurend contact met politie en pers. De politie nam één telefoongesprek op en zond de stem uit op televisie in de hoop op tips; de massale belangstelling leidde tot talloze, vaak bizarre meldingen.
Eind december volgde een kerstkaart met nieuwe moordplannen. Op 4 januari 1971 probeerde de dader zijn plan uit te voeren in de Debussyflat: hij wilde de eerste vrouw die hij tegenkwam doden. Dat mislukte toen het 21‑jarige beoogde slachtoffer, Marijke, zich heftig verweerde; de aanvaller vluchtte op een blauwe brommer. Getuigen konden een signalement doorgeven en de brommer werd later bij de dader aangetroffen.
De arrestatie volgde door rechercheur Van Strien — de politievrouw die eerder genoemd was als mogelijk doelwit — en leidde naar Hans K., 25 jaar, gehuwd met twee jonge kinderen. Hij bleek zijn overburen te hebben bespied en handelde mogelijk uit financieel gewin nadat hij zelf slachtoffer was geworden van een inbraak. De wurging van Ada lijkt een paniekreactie te zijn geweest toen zij weigerde meer geld te geven. In de rechtszaal toonde Hans verwarring en psychische problemen; hij kreeg tbr (nu tbs) opgelegd en pleegde precies een jaar na de moord zelfmoord in zijn cel.
De zaak veroorzaakte grote onrust in Delft, liet diepe emotionele littekens bij betrokken families en de recherche en bleef lang onderwerp van stilte. De gebeurtenis vormde voor de jonge Peter R. de Vries een trigger om misdaadverslaggever te worden.