Hoger beroep na gruwelmoord met 258 messteken: 'Straf te laag'

In dit artikel:

Het Openbaar Ministerie gaat in hoger beroep tegen de strafzaak rond de moord op Jihaneve Fitz-James in Zoetermeer. De rechtbank legde verdachte Arnold O. eerder vijf jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging op, maar het OM vindt die straf te laag.

Op 18 juli vorig jaar ontstond in de woning in de wijk Segwaert een ruzie tussen O. en de 22-jarige moeder van zijn dertien dagen oude zoontje. O. vermoedde dat het kind mogelijk niet van hem was en eiste een DNA-test. Volgens de zaak nam de ruzie een extreem gewelddadige wending: O. zou Jihaneve hebben gedood met minstens 258 messteken, haar tijdens het sterven hebben gefilmd en daarna een foto met de baby hebben gemaakt.

De rechtbank kwalificeerde de daad als buitengewoon gruwelijk, maar bracht de straf terug omdat O. ten tijde van de moord volgens deskundigen in een psychose verkeerde en vrijwel volledig ontoerekeningsvatbaar was. Omdat bij ontoerekeningsvatbaarheid de vrijheidsstraf met tbs samen niet hoger kon uitvallen dan vijf jaar, werd die maximumstraf opgelegd, terwijl het OM tien jaar cel plus tbs had geëist.

De familie is diep geschokt en verontwaardigd over de uitspraak. Jihaneve’s moeder spreekt van grote woede en verdriet en zegt dat de uitspraak als een extra klap voelt; via Namens de Familie (een onderdeel van Slachtofferhulp) laat zij weten het besluit tot beroep te steunen. Kort gezegd gaat het hoger beroep nu over de vraag of de opgelegde straf in verhouding staat tot de ernst van de feiten, ondanks de psychische aandoening van de dader.