Honderden miljoenen euro's extra voor defensie-industrie, óók in onze regio: 'Genoeg werk te doen'
In dit artikel:
Na de NAVO-top komt er fors meer geld beschikbaar voor defensie, en dat geld is al merkbaar in bedrijven uit onze regio. Het kabinet kondigde voor volgend jaar een extra investering van 1,1 miljard euro in de gevechtskracht van landmacht, luchtmacht en marine; daarnaast spraken deelnemende landen over extra uitgaven die volgens de berichtgeving kunnen oplopen tot vijf procent van het BBP. Die middelen zijn bedoeld voor onder meer tanks, drones, transportcapaciteit en geneeskundige ondersteuning — opdrachten waar lokale leveranciers op inspelen.
Tientallen regionale bedrijven leveren al onderdelen en systemen voor militaire toepassingen. Voorbeelden zijn radarbouwer Robin Radar uit Den Haag en drone‑ontwikkelaar Delft Dynamics (met vestiging in Pijnacker). Zij ontwerpen en bouwen detectiesystemen, drones en de bijbehorende computersoftware; sommige systemen worden al ingezet in Oekraïne. Door het conflict daar is de vraag naar luchtveiligheidssystemen en middelen om vijandelijke drones te bestrijden sterk toegenomen. Robin Radar onderhoudt zelfs directe communicatielijnen met gebruikers in Oekraïne om snel softwareupdates of detectieprofielen voor nieuwe dronemodellen te leveren.
Delft Dynamics zag een omslag van puur innovatieprojecten naar concrete aankopen. Het bedrijf ontwikkelt ook ‘counter‑drone’-systemen, waaronder apparaten die drones neerhalen of vangen, en werkt samen met Defensie aan tests. Voor grootschalige productie zoekt het partnerschappen met grote fabrikanten als Rheinmetall en Thales. De toegenomen orderstroom biedt economische kansen: Delft Dynamics rekent op ruwweg een verdubbeling van het personeel het komende jaar, maar wil gefaseerd groeien om kwaliteit te waarborgen en draait soms projecten terug als de capaciteit onvoldoende is.
Toch zitten er haken en ogen aan de groeipotentie. Bedrijven signaleren dat de vertaling van politieke intenties naar daadwerkelijke meerjarige aanbestedingen traag verloopt. Na jaren van bezuinigingen is de inkooporganisatie van Defensie niet direct ingericht op snelle opschaling, waardoor veel opdrachten voorlopig kortlopend en tijdelijk zijn. Deze onzekerheid bemoeilijkt het aannemen van personeel en het maken van investeringen die nodig zijn voor grotere series. Zowel Robin Radar als Delft Dynamics voeren daarom intensief overleg met Defensie en brancheorganisaties om modellen voor langere termijn contracten te ontwikkelen, zodat schaalvergroting betaalbaar en duurzaam wordt.
Kortom: regionale leveranciers profiteren van de extra defensie‑uitgaven en de vraag uit oorlogsgebieden, maar worden geremd door trage aanbestedingsprocessen en onzekerheid over structurele meerjarige financiering. Dit maakt de komende periode zowel een kansrijk als een bestuurlijk uitdagend groeitraject voor de sector.