Medewerker heeft nog steeds last na groot ongeluk met brugdek: 'Zwarte bladzijde'

zondag, 5 oktober 2025 (09:32) - Omroep West

In dit artikel:

Op 3 augustus 2015 viel tijdens een hijsklus bij de Koningin Julianabrug in Alphen aan den Rijn het brugdeel met twee kranen om en neigde zich bovenop huizen en winkels; meerdere omstanders en kraanmedewerkers sprongen in het water om aan de val te ontkomen. Tien jaar later kijken betrokken opdrachtnemers terug op die “zwarte bladzijde”: Mourik Groot‑Ammers (hoofdaannemer) en Peinemann (hijsbedrijf) vertellen hoe de dag verliep, welke gevolgen het had en wat er sindsdien is veranderd.

Wat er gebeurde en wie erbij waren
Mourik leidde de renovatie van het brugdek, dat door BSB Staalbouw was geleverd; Peinemann verzorgde het inhijsen en pontonbedrijf Van der Wees stond in voor het transport over water. Direct na het ongeluk werd duidelijk dat er geen mensenlevens verloren gingen; één hond overleed. De berging van de kranen en het brugdek vond twee maanden later plaats (begin oktober 2015). De gebeurtenis leverde beeldmateriaal op dat breed werd gedeeld en flink emotionele en materiële schade veroorzaakte.

Directe reactie en nazorg
Bedrijven schakelden meteen hulp in: medewerkers kregen snel financiële ondersteuning en hotelverblijven aangeboden, en er kwam psychologische zorg en traumazorg voor betrokkenen. Zowel Peinemann als Mourik leggen nadruk op het onderlinge zorgen binnen hun familiebedrijven en op het belang van ruimte voor herstel. Hoewel de meesten redelijk snel weer aan het werk konden, kampt één medewerker nog af en toe met nasleepklachten; verder bleken er geen blijvende fysieke slachtoffers.

Onderzoek en oorzaken
Onderzoeken door onder meer de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de Arbeidsinspectie wezen uiteindelijk op onvoldoende stabiliteit van de opstelling; het hijsplan bleek te kwetsbaar en had extern getoetst moeten worden. De pontons speelden volgens betrokkenen een rol, maar het precieze samenspel van factoren kostte tijd om vast te stellen. Peinemann benadrukt dat de economisch laagste inschrijving meebepaalde hoe de klus werd uitgevoerd; achteraf vonden zij dat een pontonopstelling voor zo’n omvangrijke hijsopgave onwenselijk was.

Gevolgen voor werkwijze en veiligheidscultuur
De incidenten hebben geleid tot structurele veranderingen. Mourik zegt veiligheid als prioriteit te hebben en verwijst naar hun positie op de ‘veiligheidscultuurladder’; Peinemann stelt dat men nu vrijwel niet meer vanaf het water hijst bij grote projecten, werkt met externe ingenieurs en laat hijsplannen door derden toetsen. Beide bedrijven geven aan sindsdien zwaardere eisen te stellen aan veiligheid, ook als dat extra kosten betekent; klussen waarvoor klanten die kosten niet willen betalen, nemen ze niet meer aan.

Financiële afwikkeling en samenwerking
De directe klus voor Peinemann bedroeg ongeveer €130.000; veel afwikkeling liep via verzekeringen. De betrokken aannemers namen gezamenlijk verantwoordelijkheid om de ravage te herstellen en bewoners tegemoet te komen. Er waren ook spanningen: BSB weigerde aanvankelijk mee te werken aan onderzoek, en er ontstonden later discussies over aansprakelijkheid en schadevergoedingen. Peinemann en Mourik onderhouden nog contact met enkele samenwerkingspartners; veel relaties normaliseerden na verloop van tijd.

Nabeschouwing
Voor de betrokken directeuren blijft het incident een indringende gebeurtenis. Ze noemen het een periode van grote opluchting omdat geen mensen waren omgekomen, maar ook een harde les: veilig werken vereist niet alleen procedures, maar ook cultuur, externe toetsing en soms de moed om meer te investeren. Mourik heeft die ervaring gebruikt om zijn strategische koers voor veiligheid (Route Mourik) aan te scherpen; Peinemann zegt inmiddels tot de veiligste in haar sector te willen behoren.