Opereren op straat en kinderen reanimeren, dit is het heftige werk van bemanning traumaheli
In dit artikel:
Terwijl de regen tegen het raam slaat, gaat in het helikopterstation op Rotterdam The Hague Airport plots de pager af: een traumahelikopterteam moet zo snel mogelijk uitvliegen. Piloot George start de machine, verpleegkundige Gert checkt satellietbeelden en weerberichten en arts Eric krijgt in de helikopter de eerste summiere medische informatie. Binnen twee minuten is het team in de lucht. Dit soort snelle, onvoorspelbare inzet is het dagelijkse werk van het Mobiel Medisch Team (MMT).
Het trio — George (piloot), Gert (verpleegkundige/copiloot) en Eric (arts) — vult elkaar aan. Gert fungeert in de lucht als extra ogen van de piloot en bepaalt veilige landingsplaatsen; eenmaal op de grond slaat hij om naar medisch assistent en rechterhand van de arts. Eric benadrukt dat hij niet per se beter is dan een ambulanceverpleger, maar dat zijn specialistenrol buiten het ziekenhuis mogelijkheden biedt zoals narcose, intubatie of, in uitzonderlijke gevallen, starten van een operatie op straat. De helikopter transporteert meestal geen patiënten; het doel is deskundigheid snel naar slachtoffers brengen zodat behandeling ter plaatse kan beginnen.
Dit jaar bestaat de Nederlandse traumahelikopter precies dertig jaar. Wat begon als een proef met één toestel door ANWB Medical Air Assistance is uitgegroeid tot een landelijk dekkende operatie met acht helikopters en tientallen piloten. Toch verloopt niet elke melding als dramatisch hoogtepunt: ongeveer de helft van de oproepen wordt onderweg geannuleerd omdat de ambulance al ter plaatse is of de inzet niet meer nodig blijkt. Er zijn dagen waarop het team meerdere keren voor niets opsteeg.
Praktisch functioneren heeft veel kanten: naast uitrukken voor uiteenlopende incidenten — van een mogelijke giftige stof in het havengebied tot een neurotrauma waarvoor een rendez‑vous met een ambulance nodig was omdat het weer vliegen onmogelijk maakte — heeft het team ook eigen onderhoudsverplichtingen. Elke vliegminuut wordt geregistreerd; rond de honderd vlieguren staat bijvoorbeeld een monteur klaar voor controles. Bij slecht weer of technische pauzes kan een speciaal uitgeruste auto ingezet worden, en het team spreekt soms onderweg een overdracht bij een tankstation af om zo snel mogelijk bij een patiënt te zijn.
De basis is geen klinische kazerne maar een huiselijke werkplek met bedden voor de nachtdienst, keuken en een loungebank. Teamleden kennen elkaar goed; opleiding en sociale band worden beide expliciet onderhouden — van gezamenlijke bijscholing tot barbecueën in de zomer — zodat ze razendsnel kunnen omschakelen naar actie. Ook routinetaken horen erbij: het team verzorgt schoonmaak en controlelijsten zelf, van binnenreiniging van de helikopter tot buitenwassen volgens rooster.
De emotionele kant van het vak krijgt veel aandacht. Niet elke missie eindigt in redding; soms begeleidt het team het beëindigen van behandeling of komt een omgekomen patiënt niet terug. Het team voert na elke inzet nabesprekingen en gebruikt een 'fit to fly'-checklist om zowel lichamelijk als mentaal te beoordelen of iemand weer aan de slag kan. Er zijn voorbeelden van collega’s die een dienst moesten overslaan na een heftige reanimatie. Tegelijk zijn er ook ontroerende herstelverhalen: patiënten die na levensreddende ingrepen terugkomen om hun dank te tonen, of familieleden die na therapie het heli‑geluid weten te herwaarderen.
Kortom: het MMT opereert als een flexibel, technisch en menselijk veerkrachtig team dat erop gericht is binnen minuten gespecialiseerde medische hulp te brengen — met alle logistieke, onderhouds- en nazorgaspecten die bij die snelle, levensreddende missie horen.