Politiek over weren uitsupporters ADO na rellen: 'Terecht', maar ook 'doodzonde en verdrietig'
In dit artikel:
De Haagse gemeenteraad is eensgezind: het is jammer maar noodzakelijk dat ADO Den Haag voorlopig geen supporters meer meeneemt naar uitwedstrijden vanwege recente veiligheidsproblemen. Tijdens een debat over het afgelopen seizoen verwijzen raadsleden naar ongeregeldheden bij uitduels, onder meer tegen FC Den Bosch en Cambuur, en naar een incident waar vuurwerk in het kindervak werd gegooid. Dat laatste wordt nog onderzocht; de burgemeester gaf aan dat er later meer duidelijkheid over de daders komt.
Raadsleden van verschillende partijen — onder wie Hart voor Den Haag, VVD en GroenLinks — betreuren de maatregel omdat goede supporters hierdoor worden geraakt, maar vinden de aanpak terecht vanwege relschoppers die de sfeer bederven. Er bestaat ook zorg over racistische en antisemitische spreekkoren in het stadion; VVD en GroenLinks riepen op tot steviger optreden omdat bestaande protocollen volgens hen niet altijd effectief worden uitgevoerd.
Burgemeester Jan van Zanen noemt het seizoen over het algemeen redelijk wat incidenten betreft en wijst op inzet van de club om snel te straffen. Tegelijk erkent hij beperkingen: supporters mogen slechts oppervlakkig gefouilleerd worden, waardoor verborgen vuurwerk niet altijd wordt gevonden. Handhaving op vuurwerk en aanstootgevende spreekkoren werd bovendien bemoeilijkt door een gebrek aan capaciteit om camerabeelden te bekijken.
Na overleg tussen gemeente, club en ministerie is extra capaciteit vrijgemaakt om meer beeldmateriaal te checken en daders te herkennen. Van Zanen verwacht dat dit volgend jaar zal leiden tot meer stadionverboden en zei dat hij om opheldering zal vragen wanneer die cijfers dat niet laten zien. De gemeente, club en supportersverenigingen voeren regelmatig gesprekken waarin vuurwerk en spreekkoren terugkerend onderwerp zijn. De boodschap van de raad is duidelijk: bescherming van gewone supporters en het bestrijden van hooliganisme en haatdragende uitingen staan voorop, ondanks de onvermijdelijke beperkingen bij controle en handhaving.