Robert van Asten wil Tweede Kamer in en anders wethouder in Den Haag blijven
In dit artikel:
Robert van Asten, sinds 2014 actief in Den Haag (eerst raadslid, nu zeven jaar wethouder), staat op plek 14 van de concept-kandidatenlijst van D66 voor de Tweede Kamerverkiezingen eind oktober. Tijdens een vakantie in de Oostenrijkse Alpen zegt hij te hopen op een verkiesbare plek: in peilingen staat D66 rond de twaalf zetels, de partij hoopt meer te halen — veertien zou precies zijn positie de Kamer in brengen. Hij benadrukt wel dat hij met plezier wethouder blijft als het anders loopt.
Er zijn twee aanvullende wegen naar een Kamerzetel: interne stemverschuivingen op de definitieve lijst of dat D66 in een kabinetsformatie belandt waardoor hoger geplaatste kandidaten minister of staatssecretaris worden, waardoor plekken vrijkomen voor opvolgers in de fractie. Mocht Van Asten vertrekken, wil hij zorgen voor een soepele overdracht; belangrijke Haagse dossiers zoals de afronding van de Binckhorst en de aanpak van de woningnood moeten doorgaan en een voltallig college is volgens hem cruciaal.
Van Asten wil zijn Haagse ervaring inzetten voor landelijk beleid: meer gerichte subsidies om betaalbaar te bouwen en openbaar vervoer aan te leggen vóórdat nieuwe wijken er staan — voorbeelden haalt hij aan uit Wenen en Stockholm. Ook cultuurbeleid, waaronder heropende bibliotheken als wijkcentra, wil hij nationaal meer gewicht geven: cultuur draagt bij aan onderwijs, economie en sociale samenhang. In maart maakte hij al bekend geen nieuwe lijsttrekker voor D66 in Den Haag te willen zijn; dat wordt Yousef Assad.