Rondrijden in oude brandweerauto is populair: dit is waarom

zondag, 14 december 2025 (12:03) - Omroep West

In dit artikel:

Het afgelopen jaar vallen oude brandweerauto’s steeds vaker op in Nederlandse straten, maar de motieven van hun bezitters zijn diverser dan enkel jeugddromen of fanatisme voor de hulpdiensten. In Leiden rijdt schilder Thijs van der Veer (44) al ruim twee jaar in een Volkswagen LT35 uit 1986 die hij vanuit Oostenrijk kocht. Hij was niet specifiek op zoek naar een blusvoertuig, maar raakte verliefd op het voertuig tijdens het speuren naar betaalbare oldtimers. Voor hem draait het om nostalgie, een goed bewaard interieur en de lage gebruikskosten: als oldtimer ontsnapt de auto aan wegenbelasting en de verzekering blijft beperkt. Tegelijk zijn er nadelen zoals hoog brandstofverbruik (ongeveer één op vier) en praktische fricties over parkeren en mogelijke overdracht aan zijn dochter.

Ook in Gouda is een vergelijkbaar verhaal te vinden bij 73‑jarige Bart Vermeer. Hij kocht een LT35 uit 1982 omdat oldtimers vaak vrijstelling hebben voor milieuzones — een praktische oplossing nu oudere dieselbussen vaker worden geweerd. Voor Bart is het voertuig ook erfgoed: hij poetst en onderhoudt het graag en ziet het als iets om door te geven. Zijn vrouw vindt het rijden in het oude voertuig minder comfortabel, maar het blijft een publiekstrekker; kinderen en buurtbewoners reageren enthousiast. Zowel Thijs als Bart geven aan dat de zwaailichten en sirene vaak deel uitmaken van de charme; formeel zijn die niet toegestaan en bij gebruik kunnen boetes volgen.

Een van de bedrijven die veel van deze wagens naar Nederland haalt is Dutch Firetrucks uit Anloo. Eigenaar Peter Janszen zegt jaarlijks 50–60 voertuigen te verkopen, vooral uit Oostenrijk, Zuid-Tirol en Duitsland. Veel kopers zetten de voertuigen om tot campers of klusprojecten; Nederlandse brandweerwagens zelf worden zelden op de binnenlandse markt verkocht omdat ze na 15 jaar vaak al richting Zuid‑Amerika, Oost‑Europa of Afrika verdwijnen. Prijzen beginnen volgens Janszen rond de €12.000, met uitschieters tot ongeveer €35.000.

De juridische situatie rond blauwe zwaailichten en sirenes is onduidelijk en gefragmenteerd: verantwoordelijkheid en handhaving lopen via meerdere instanties (Justitie, Binnenlandse Zaken, RDW en CJIB). Het CJIB hanteert twee ‘feitcodes’ voor misbruik van blauw licht: R420 (onrechtmatig gebruik van zwaai- of knipperlicht) en N652 (voertuig voorzien van of dat de indruk wekt voorzien te zijn van blauw zwaailicht terwijl dat niet is toegestaan). Welke boete daar precies bij hoort, wordt bepaald door de officier van justitie; het CJIB meldt dat er relatief weinig boetes zijn uitgeschreven, maar exacte cijfers zijn lastig te achterhalen. De politie en brandweer lijken in praktische ontmoetingen vaak geamuseerd of mild tegenover particuliere bezitters, al leidde gebruik van zwaailichten bij een eigenaar al tot een stop.

Volgens de RDW staan er momenteel iets meer dan 400 brandweerwagens op naam van particulieren in Nederland. De meeste daarvan zijn ouder dan 25 jaar; of het totale aantal echt toeneemt of dat het alleen zo lijkt, houdt de RDW niet historisch bij. Conclusie: de populariteit van oude brandweerauto’s is een mix van nostalgie, praktische overwegingen (milieuzones, laadruimte) en betaalbaarheid als oldtimer, terwijl juridische en praktische knelpunten zoals het gebruik van zwaailichten en parkeervergunningen de hobby af en toe compliceren.