Schrijfster Yvonne Keuls (93) overleden: 'Nederland verliest met haar een groot schrijver'
In dit artikel:
Schrijfster Yvonne Keuls (93) is zondagavond in Den Haag overleden na een kort ziekbed. Keuls laat een omvangrijk oeuvre achter: decennialang schreef ze romans, hoorspelen en toneelbewerkingen—in totaal tientallen werken die maatschappelijke problemen centraal stelden.
Ze werd in 1931 geboren in Batavia (het huidige Jakarta) als dochter van een Indische moeder en een joodse vader. Het gezin verhuisde eind jaren dertig naar Nederland; haar vader overleed toen zij twaalf was. Als jongere kreeg ze tuberculose en zat in een sanatorium. Ze volgde later een lerarenopleiding en werkte op een Haagse basisschool in de Schilderswijk. Na haar huwelijk op 22‑jarige leeftijd stopte ze met werken en begon zij te schrijven.
Haar eerste boek verscheen in 1969, een bundel van krantencolumns. Keuls schreef ruim negentig toneelstukken, hoorspelen en romans, waarvan Jan Rap en z'n maat, De moeder van David S. en Het verrotte leven van Floortje Bloem tot haar bekendste titels behoren. Jan Rap, aanvankelijk een hoorspel, bewerkte zij voor het toneel en werd in zo'n 25 Europese theaters opgevoerd. Ook was ze vaak op televisie te zien, onder meer als panellid in NCRV‑programma's in de jaren tachtig.
Keuls was daarnaast actief buiten de boekwereld: ze hielp mee bij de oprichting van een opvanghuis voor verslaafde en psychisch kwetsbare jongeren en baseerde meerdere romans op hun verhalen. Haar werk behandelde thema’s als oorlog, dakloosheid, jeugdproblemen en seksueel misbruik; ze stelde misstanden aan de kaak, soms lang voordat die onderwerpen breed bespreekbaar waren.
Voor haar gehele oeuvre ontving ze in 2012 de Haagse Cultuurprijs; eerder kreeg ze in 1999 de Trouw Publieksprijs voor haar autobiografische roman Mevrouw mijn moeder. Eveline Aendekerk (directeur CPNB) omschreef Keuls als “de grondlegger van de sociale roman in Nederland” en prees haar inzet voor kwetsbaren.
Recentelijk sprak Keuls tijdens de Nationale Herdenking over het lot van haar schoonvader, die in 1943 door de Japanners werd gedeporteerd voor dwangarbeid. Haar nalatenschap is die van een onvermoeibare verteller en een betrokken maatschappelijk pleitbezorger die veel mensen een stem gaf.